Language:
Adams Musical Instruments - Together in Music
News of Drumworld Ittervoort

Heideroosjes - Liever dood dan verwelkt

19 October 2012

Igor Hobus, Het ritmisch hart van de pas “overleden” band De Heideroosjes werkt al geruime tijd bij Adams Drumworld. Zijn ervaring als drummer en zijn ervaring met de Adams 8000 maakt hem voor jouw een perfect contactpersoon in onze Winkel. Wil je komen testen? Laat je dan adviseren door Igor. We weten zeker dat zijn advies goud waard zal zijn.

Hieronder het verslag van begin tot het einde van de Heideroosjes, een prachtig artikel van een nu al historische band gevormd door 4 unieke personen.

Igor Hobus

T +31475560721
[email protected]

Heideroosjes - Liever dood dan verwelkt

Nog een paar concerten en dan valt na 23 jaar definitief het doek voor Heideroosjes. Het snelle bandleven is simpelweg niet meer vol te houden. Gas terugnemen behoort niet tot de opties. Zodoende restte er slechts één beslissing: stoppen. Marco Roelofs (zang/gitaar), Frank Kleuskens (gitaar/zang), Igor Hobus (drums) en Fred Houben (bas) blikken samen met Musicmaker nog één keer terug op een imposante loopbaan vol punk, principes en podiumtaferelen.

‘Oefenen in doodgaan’, zo definieert Marco Roelofs de afscheidstour van Heideroosjes. De laatste tournee uit de geschiedenis van de band brengt het viertal langs talloze zalen en festivals waar het de afgelopen twee decennia kind aan huis was. Hoewel de allerlaatste show nog gespeeld moet worden, voelt ieder optreden opnieuw als een laatste. ‘Het rare is ook dat we in de eindsprint behoorlijk grote dingen doen: Sziget, de Alpha op Lowlands, twee keer een uitverkochte Melkweg en twee keer de AB in Brussel. We stoppen er echter mee nu we nog een energieke band zijn. We willen ook niet voor twintig man publiek in de plaatselijke jeugdsoos eindigen’, aldus Roelofs. ‘Dat maakt van deze tour ook een behoorlijke mindfuck. Mensen willen ons nog steeds graag zien; toch stappen we er al uit. Alsof je je vrouw vermoordt om te voorkomen dat ze lelijk wordt.’

KIPPENHOK
De muzikale loopbaan van de Limburgers start in 1989 in Horst, wanneer vier jochies op de plaatselijke middelbare school bij elkaar in de klas terechtkomen. Gitarist Frank Kleuskens: ‘Igor en ik kenden elkaar zelfs al langer dan dat. Ik kocht samen met mijn broer een gitaar, waarop Igor besloot een drumstel aan te schaffen.’ Fred Houben: ‘Ik zat destijds bij een drumband en vroeg Igor of hij misschien iemand wist die een drumstel te koop had. Dat wist ie niet, maar als ik wilde bassen mocht ik wel meedoen met hún band.’ De bassist schiet in de lach: ‘Toen heb ik maar een basgitaar gekocht!’ De drie jongens leggen zich in eerste instantie toe op het spelen van hardrock, totdat ze een jaar later Marco leren kennen. Frank: ‘Via via hoorde ik dat hij naar punk luisterde, ook gitaar speelde en bladmuziek van Metallica had. Dat laatste vond ik reuze interessant. Er was nog geen internet, dus zo heel  gemakkelijk kwam je daar niet aan.’ ‘Als je in die tijd van metal of punk hield, was het ook alsof je lid was van een of ander geheim genootschap van outcasts’, vult Marco hem aan. ‘Je was gelijk bondgenoten, ongeacht hoe je er uit zag.’ De twee worden vrienden, en hoewel Marco tot dan toe nog nooit een microfoon vastgehouden heeft, treedt hij als zanger tot de band toe. In eerste instantie wordt er gerepeteerd op de zolder van de familie Hobus, maar na een vriendelijk doch dringend verzoek van de buren neemt de jonge band zijn intrek in een oude kippenschuur.De bandnaam ontlenen ze aan de Vlaamse komiek Urbanus, die in een van zijn conferences ooit melding maakte van de fictieve Limburgse hardrockband (De) Heideroosjes. Beïnvloed door zijn nieuwe frontman verschuift de muziek die de band maakt meer en meer richting punk.

VEREDELDE DEMO
Een Limburgse punkband; het klinkt haast als een contradictie, maar volgens Marco viel dit reuze mee. ‘In de grote steden was je eind jaren tachtig al lang niet meer hip als je punk was. In conservatievere regio’s zoals Limburg bleef men echter veel trouwer aan dat soort muziek.’ Aan speelplekken ook geen gebrek, aldus de zanger. ‘Van oudsher zijn er in het zuiden van Nederland overal jeugdsozen te vinden; kleine zaaltjes naast de kerk waar in het verleden aan jongerenwerk gedaan werd. Na de ontzuiling werden die sozen steeds meer een verzamelpunt voor blowers en andere verschoppelingen. Een prima plek om te spelen en in ieder dorp was er wel eentje.’ Marco glimlacht. ‘We hadden dus al heel wat vlieguren gemaakt toen wij voor het eerst in de Melkweg stonden. We trapten al die Amsterdamse bands met gemak van het podium af!’
Vier jaar na het ontstaan van de band verschijnt het eerste album: Noisy Fairytales. Gevraagd naar de manier waarop die plaat tot stand kwam, schiet het viertal in de lach. ‘Onder erbarmelijke omstandigheden!’, aldus drummer Igor. ‘We namen hem in tien dagen tijd en op acht sporen op. Eigenlijk was het een veredelde demo. De cd deed in die tijd net zijn intrede en om op te vallen hebben we toen voor dat medium gekozen in plaats van de gebruikelijke tape.’ Geheel in de aloude punktraditie wordt de plaat in eigen beheer uitgebracht. ‘We moesten wel,’ reageert Frank, ‘want een label hadden we niet.’ Ook de distributie van het eerste album wordt door de band zelf verzorgd: in de trein de grote steden langs met een rugzak vol cd’s, op zoek naar platenzaken die het album wel in de schappen wilden zetten. Marco: ‘Drie maanden later maakten we hetzelfde rondje nogmaals om te zien hoeveel er verkocht waren.’

BEDDENSPREI
In 1995 staan de Limburgers voor de eerste keer op Pinkpop. Een knappe prestatie voor een band die tot dan toe nog niet gesteund wordt door een platenlabel of management. ‘We speelden heel veel, maar vroegen relatief weinig geld’, verklaart Marco. ‘Ook voor onze cd’s, want die waren zo’n tien gulden goedkoper dan gangbaar was. Daardoor verkochten we relatief veel platen en dat viel op.’ Igor vult aan: ‘In het zuiden van Nederland trokken we volle zalen, dat is natuurlijk ook de regio waar Pinkpoporganisator Jan Smeets vandaan komt.’
Smeets boekt Heideroosjes in eerste instantie als voorprogramma voor de Duitse punkband Die Toten Hosen, maar niet veel later legt hij de band vast voor zijn festival in Landgraaf. Marco lacht: ‘Daar kregen we 750 gulden voor. Moet je nagaan hoe goed mijn onderhandelingscapaciteiten waren!’ Het optreden op het muziekfestijn maakt diepe indruk op de jonge band. ‘Daarna mochten we sterven’, herinnert Fred zich. ‘Voor ons gevoel hadden we toen het hoogst haalbare bereikt.’ Marco: ‘We woonden natuurlijk in die regio, dus als pubertjes kwamen wij al op Pinkpop. Een paar jaar later stonden we daar zelf, met een backdrop gemaakt van een beddensprei. Dat hadden we nooit durven dromen.’ Na een minstens zo succesvol optreden op Lowlands in datzelfde jaar, toert de band lange tijd het land door met de Nederhoppers van Osdorp Posse. Op het eerste oog een opmerkelijke combinatie, maar de twee bands blijken wonderwel veel gemeen te hebben en kunnen het bijzonder goed met elkaar vinden. Fred: ‘Het klikte gewoon supergoed.’ Volgens Marco deelden de bands eenzelfde attitude. ‘Er was ook een grote overlap in het publiek dat we trokken, want gezamenlijk vertegenwoordigden we min of meer een deel van de tegencultuur. Uiteraard hadden we dat toen helemaal niet in de gaten, maar de mannen van de Osdorp zetten zich ook af tegen de gevestigde orde, deden alles zelf en vervulden met hun Nederlandstalige rap een pioniersrol.’ De tour is een doorslaand succes en avond na avond staan de bands voor uitverkochte zalen. Marco’s ogen glinsteren als hij er aan terugdenkt. ‘Opeens speelden we maandenlang in al die tenten waar we voorheen als bezoeker kwamen. Steevast stond de zaal bomvol. De koelkast met drank was voller dan ooit en al die meiden die we voorheen nooit konden krijgen stonden ineens bij de deur van de kleedkamer. De hemel ging open.’

EMMERS STRONT
Heideroosjes mag het jaar erop wederom aantreden op Pinkpop, ditmaal op het hoofdpodium. ‘Dat was wel even zweten’, herinnert Frank zich. ‘We openden op de maandag, dus we waren bang dat iedereen nog in zijn nest zou liggen als wij gingen spelen.’ Igor: ‘Blijkbaar zijn ze toch allemaal op tijd opgestaan, want toen we begonnen stond het veld vol en ging het goed los!’ Wederom pakt de band iedereen in. Langzaam groeit het besef dat het wellicht tijd wordt om de zaken professioneler aan te pakken. ‘Vóór die tijd was het vooral feesten en genieten,’ aldus Fred, ‘maar na de tweede keer Pinkpop waren we een band die meetelde en werd het een serieus ding.’ Het verschijnen van Fifi, het derde album van het viertal en nog altijd de bestverkochte Nederlandse punkplaat, droeg daar flink aan bij. De plaat schiet de albumlijsten in en de single Klapvee behaalt zelfs de Top 40. Wat? Punk in de Top 40? ‘Voor ons was dat ook geen reden om de vlag uit te hangen’, vertelt Marco. ‘Naarmate het succes toenam, werden de emmers stront die we over ons heen kregen groter en groter.’ De frontman trekt een vies gezicht. ‘In elk interview moest ik opnieuw uitleggen dat we nog steeds oprecht en punk waren, net zo lang totdat ik zelfs aan mezelf ging twijfelen. Al dat geouwehoer heeft me in die tijd wel wat van de vreugde ontnomen. Tegenwoordig ben ik ervaren genoeg om dat naast me neer te leggen, maar als je 21 bent komt zoiets keihard binnen.’

CULTUURSCHOK
In 1998 toert Heideroosjes als een van de eerste bands door voormalig Joegoslavië. De regio zit op dat moment nog midden in de wederopbouw na de recente Balkanoorlog. Aan cultuur en ontspanning is een schrijnend gebrek. Zodoende wordt de band door stichting C.R.A.S.H. uitgenodigd om een serie concerten te komen geven. ‘Dat leek ons wel een leuke uitdaging’, reageert Fred droogjes. Marco: ‘Het was behoorlijk bizar. In Nederland zaten we toen ongeveer aan het toppunt van onze roem, we hadden net een uitverkochte clubtour gedaan en vervolgens gingen we naar Joegoslavië.’ Hij pauzeert even. ‘Stonden we daar met onze strak gemodelleerde paarse haren te spelen voor mensen die een jaar daarvoor nog met een geweer door de straten hadden gelopen. Alles lag nog in puin! Dat was een enorme cultuurschok.’ Echte zalen waren er ook niet. Het viertal houdt het op ‘ruimtes’, sommige nog met de kogelgaten in de muren. Frank: ‘Gelukkig hadden we zelf een PA meegenomen, zodat we sowieso altijd konden spelen.’ Vooral het contact met de plaatselijke jongeren en de verhalen die ze vertellen maken indruk. ‘Mijn opa vertelde ook weleens over de oorlog hier in Nederland,’ aldus Marco, ‘maar als iemand van je eigen leeftijd staat te vertellen dat hij nog maar één arm heeft en blij is dat de andere er niet ook af is geschoten, is dat wel even heel iets anders.’ Igor: ‘Het deed je beseffen hoe goed je het zelf eigenlijk had.’ Fred voegt er aan toe: ‘En je leerde waarderen dat er bij ons altijd wc-papier op het toilet hangt!’
Vier jaar later zet de band wederom koers naar een minder voor de hand liggend land: Zuid-Afrika. Het feit dat er enkel blanke Afrikanen tijdens de shows aanwezig zijn, vormt een lichte teleurstelling. Tegen alle adviezen in besluiten de Limburgers uiteindelijk zelf een concert op te zetten in een van de zwarte townships. Er wordt een PA gehuurd en de band geeft een gratis show op een plaatselijk schoolterrein. Marco: ‘Zo veel vertier is er niet in die townships, dus er kwam toch aardig wat volk op af. Allemaal zwarte mensen uiteraard, dus we voelden ons voor het eerst in ons leven echt een minderheid.’ Vooral de hanenkam van de frontman trekt veel bekijks. Marco lacht: ‘Die wilden ze allemaal even aanraken!’

EDISON
Een van de grootste dieptepunten vindt plaats in februari 2004. De crewbus raakt betrokken bij een vreselijk ongeluk. De bandleden zitten zelf niet in het voertuig, maar roadie Eelco raakt zwaargewond en is na een lang revalidatietraject helaas nog steeds niet de oude. Een flinke klap, want band en crew zijn zeer hecht. Toch wordt al gauw besloten de tour ter promotie van het album SINema door te zetten. Niet veel later vertrekt Heideroosjes richting Amerika, waar de band onder andere het podium beklimt op het prestigieuze showcase-festival South By Southwest in Austin, Texas.

Terug in Nederland blijkt de band voor hun song Damclub Hooligan een Edison voor de beste single van het jaar te hebben gewonnen. Een publieksprijs. Voor andere artiesten een hoogtepunt in hun carrière, maar bij Heideroosjes ligt het anders. Fred: ‘Ik zal niet zeggen dat het een lachertje was, maar het is wel vrij bizar hoe dat gegaan is.’ Op radio en televisie wordt het nummer immers zo goed als doodgezwegen, maar toch gaat Heideroosjes er vandoor met het prestigieuze beeldje. ‘Toch voelde het wel als een soort overwinning’, verklaart Roelofs. ‘Met Heideroosjes kregen we nooit erkenning omdat de heren met de grote titels dat wilden, maar nu konden ze simpelweg niet meer om ons heen. Dat was met die Edison ook zo.’ De zanger grinnikt. ‘Overigens hebben we daarna onze kansen op enige radio airplay definitief verspeeld.’ De band besluit namelijk het beeldje in ontvangst te komen nemen, mits ze bij de uitreiking een aantal minuten spreektijd krijgen om hun zegje te doen over de kwestie. En daarbij neemt het viertal bepaald geen blad voor de mond. Een deel van de verklaring luidt: ‘Deze single is in de reet geneukt. (…) Dames en heren radio- en clipzendercoördinators, negeer de Heideroosjes-supporters niet. Het zijn er meer dan je hoopt. Wij respecteren dit publiek wel. Dus grijp uw kans en bedien uw luisteraars. Want zij hebben hier en nu gesproken.’ ‘Commerciële zelfmoord volgens onze platenmaatschappij’, lacht Roelofs. ‘Maar ja, wat is het verschil tussen niet gedraaid worden en niet gedraaid worden? Al die CEO’s waarmee we jarenlang gestreden hadden om onze cd-prijs zo laag mogelijk te houden of onze muziek op de radio te krijgen, zaten nu immers in de zaal. Normaal krijg je die niet te spreken en word je afgescheept met een receptioniste, maar nu zaten ze allemaal op de eerste rij. Ze moesten dus wel naar ons luisteren!’

ERKENNING
Is dat gebrek aan airplay echt een punt dat de Limburgers de afgelopen 23 jaar heeft dwarsgezeten? ‘Toch wel’, verklapt Marco. ‘We verkochten veel albums en trokken volle zalen, maar werden niet gedraaid. Ook niet op 3FM, terwijl de publieke omroep een afspiegeling moet zijn van wat het muzikale landschap te bieden heeft. Natuurlijk snapten we ook wel dat we minder toegankelijkere muziek maakten dan BLØF, maar er was toch heel veel publiek voor onze muziek. We maakten dure videoclips en deden aan het hele circus mee, maar toch werden we genegeerd. Dat voelde oneerlijk.’ Had Heideroosjes dan nog groter kunnen zijn als de band wel de verdiende exposure had gekregen? ‘Daar ging het niet om’, reageert Marco resoluut. ‘Het ging ons om de erkenning van ons succes en ons harde werken.’

LEGE BATTERIJ
Vier jaar later bestaat Heideroosjes twintig jaar. Een feit dat onder andere gevierd wordt met de release van het dubbelalbum Ode & Tribute, waarop verschillende Nederlandse acts nummers vertolken van Heideroosjes en de Limburgers op hun beurt covers doen van hun eigen helden. Niet lang daarna komt echter het nieuws naar buiten dat de band een pauze inlast. Frank zucht eens. ‘De batterij was he-lemaal op.’ Igor: ‘We sprongen van het ene project in het andere, maar op het laatst begonnen die elkaar allemaal te overlappen. We wisten al precies waar we over anderhalf jaar zouden zijn en dat alles helemaal vol zou zitten.’ ‘En we zijn natuurlijk een paar jaartjes ouder dan toen we begonnen,’ vult Marco zijn drummer aan, ‘daardoor werd het steeds moeilijker om alles vol te blijven houden en kregen we er steeds minder lol in. Toen hebben we tegen elkaar gezegd dat we pas op de plaats moesten maken.’ Het woord ‘stoppen’ is op dat moment nog niet gevallen. Fred: ‘Tijdens die sabbatical zijn we gaan zoeken naar een manier om de band nieuwe vorm te geven. Een andere manier van werken, zodat we niet na twee jaar weer met hetzelfde probleem zouden zitten.’ Toch lukt het de band niet het tij te keren. Wanneer de Limburgers na een tijd de draad weer oppakken, begint de drukte weer van voor af aan. ‘De batterij was tijdelijk opgeladen, maar we kregen dat schema niet omgebogen’, verduidelijkt Igor. Marco: ‘We begonnen gelijk weer met een theatertour van veertig shows en na drie maanden realiseerden we ons dat we geen ene fuck opgelost hadden. We konden het niet meer opbrengen, terwijl we ons normaal gesproken altijd voor 120 procent gaven.’ Het stelt de band voor een bittermoeilijke keuze. ‘Gaan we nog even lekker wat centjes uit dit collectief trekken voor een paar jaar, net zolang totdat we ergens verdrietig eindigen in een achterafzaaltje, of kappen we er op een mooie manier mee en gaan we eruit met een knal? We kozen voor dat laatste, ook al is dat misschien de moeilijkste manier.’ Simpelweg een stap terug nemen en minder optredens doen was geen optie voor de Limburgers. Fred schudt zijn hoofd. ‘Het was óf deze band helemaal, óf helemaal niet. Maar niet half.’ Frank: ‘Stoppen. Is het slim? Geen idee. Voelt het fijn? Nee, helemaal niet! Maar op een of andere manier is dit het beste voor de band en voor ons persoonlijk.’

GROUPIES PAKKEN
Na 23 jaar zet Heideroosjes er dus definitief een punt achter, met als absoluut sluitstuk twee concerten in Brussel eind september. Hebben de mannen terugkijkend op hun loopbaan ergens spijt van? ‘Ik had meer groupies moeten pakken’, grapt Marco. ‘Nee, als er één band is die echt alles eruit heeft gehaald wat erin zit, dan zijn wij het wel. Alleen commercieel gezien hebben we niet altijd de beste besluiten genomen, maar dat hebben we wel altijd bewust gedaan.’ De zanger pauzeert even. ‘Als we het nummer Sjonnie En Anita destijds op single uit hadden gebracht, of onze cd’s voor de normale prijs hadden verkocht, dan had ik nu waarschijnlijk een grotere auto kunnen kopen. Dat was leuk geweest, maar toch voelde het goed om het op de door ons gekozen manier te doen.’ Gevraagd naar de wijze waarop de band de geschiedenisboeken in wil gaan, hoeven de vier mannen evenmin lang na te denken. ‘Meerdere generaties die nu naar harde muziek luisteren, zijn begonnen met Heideroosjes’, aldus Frank. ‘We hebben dus veel mensen die alternatieve hoek in getrokken.’ Fred: ‘Dat we dat aan het wereldje toegevoegd hebben. Het zou leuk zijn als we op die manier herinnerd werden.’

www.heideroosjes.nl


Bron: Musicmaker

Tekst: Jelle Jansen